Knieoperatie

Een knieoperatie kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende knieoperaties zijn: - Een gescheurde knieband of kruisband: Kniebanden en kruisbanden stabiliseren je knie. Wanneer deze scheuren, kan je de knie moeilijk buigen of zak je er regelmatig doorheen. Wanneer de klachten niet weggaan, kan je in samenspraak met je arts een knieoperatie plannen. - Gescheurde meniscus: De meniscus stabiliseert en heeft een schokdempende functie voor de knie. Een gescheurde meniscus kan ontstaan doordat je een plotselinge verkeerde beweging maakt. Afhankelijk hoeveel klachten en beperkingen er zijn, kan je kiezen voor een operatie. - Gebroken knie: Je kan ook je knie breken. Dit gebeurt vaak wanneer er in een bepaalde stand te veel gewicht op het kniegewricht leunt, bijvoorbeeld bij een ongeluk. Meestal geneest de breuk wel met rust en gips. Wanneer er sprake is van een complexe breuk kan je in samenspraak met een arts kiezen voor een operatie. - Totale knieprothese: De meest voorkomende aanleiding voor een nieuwe knie, dus een totale knieprothese, is artrose van de knie. Bij artrose of ‘gewrichtsslijtage’ verslechtert of vermindert de hoeveelheid en de kwaliteit van het kraakbeen. Dit kan veel pijnklachten veroorzaken. Door de vele klachten kan je ervoor kiezen om een operatie voor een totale knieprothese te ondergaan. Voor elke fase van de operatie adviseren we een ander hulpmiddel, hieronder zie je de fases die we aanhouden.
Fase 1: Vooraf aan de operatie
Fase 2: 0-6 weken na de operatie
Fase 3: 6 weken na de operatie tot herstel